Update TruView 2023.1 + nieuwe LGSx file
Dit is een belangrijke release met ondersteuning voor een nieuwe datastructuur en nieuwe meettools/verbeteringen naast andere nieuwe functies en verbeteringen.
Hoe updaten?
Download de nieuwste versie van Leica TruView via de knop hieronder. Door dubbel te klikken op het .exe bestand zal de update automatisch starten.
[button et_class=”” target=”_blank” style=”big black” url=”https://geodeet1-my.sharepoint.com/personal/support_geodeet1_onmicrosoft_com/_layouts/15/onedrive.aspx?id=%2Fpersonal%2Fsupport%5Fgeodeet1%5Fonmicrosoft%5Fcom%2FDocuments%2FSoftware%20updates%2FTruview&ga=1″ icon=”” title=”Update Leica TruView 2023.1″]
Wat is er nieuw?
1. LGSx ondersteuning
Voor deze release is een nieuwe data architectuur geïmplementeerd in de kern van onze Reality Capture software producten en ons populaire bestandsformaat, het LGS bestand. De update biedt een oplossing van de volgende generatie voor onze Leica Reality Capture data en omvat sneller schrijven (publiceren), hogere compressie en een nieuwe kernarchitectuur waarmee we in de toekomst nieuwe mogelijkheden en functies kunnen ontwikkelen om aan uw groeiende behoeften te voldoen, zoals het versiebeheer van bestanden (d.w.z. het bijhouden van wijzigingen aan GeoTags, markeringen, enz.).
Als onderdeel van de nieuwe gegevensarchitectuur is er een wijziging in het LGS-formaat. Het nieuwe formaat, LGSx genaamd, zal de nieuwe gegevensarchitectuur bevatten en zal niet compatibel zijn met versies van Reality Capture software ouder dan 2023.1.0 (deze release). Het volgende deel van de beschrijving varieert sterk afhankelijk van het product, maar de kernbeslissing is om naar HSPC te verwijzen als de “nieuwe gegevensarchitectuur”.
2. Point Snapping
Bij gebruik van de afstandsmeter kunnen gebruikers nu eenvoudig meten vanaf interessante objecten. Metingen kunnen nu worden gekoppeld aan pijpmiddenlijnen, pijpranden en GeoTags. Opties voor het vastleggen van pijpen kunnen op elk moment tijdens het meten worden in- of uitgeschakeld met de knoppen in de zwevende werkbalk. Deze gereedschappen grijpen tijdens het meten automatisch naar de middellijn of rand van de pijp.
Als het gereedschap niet in staat is om een pijp te detecteren, zal het een foutmelding weergeven. Het vastknopen van pijpen is alleen beschikbaar bij gebruik van het meetgereedschap ‘Afstand meten’.
Het vastmaken aan interessante objecten zal de nauwkeurigheid van de metingen van gebruikers verbeteren en hen in staat stellen te profiteren van het werk dat al gedaan is om GeoTags op objecten te plaatsen tijdens het verzamelen van gegevens op het terrein.
Pipe Centerline
Deze tool zal automatisch de middellijn van de pijp detecteren en zich hieraan vastklikken zodra de meting voltooid is. De eerste klik plaatst een punt op de rand van de pijp waar de gebruiker ook klikt. Bij de tweede klik zal het gereedschap het punt aanpassen aan de middellijn van de aangeklikte pijp(en).
Gebruikers kunnen tussen een middellijn van een pijp en elk ander punt een andere pijprand, een middellijn, een GeoTag of elk ander punt in het project vastleggen.
Pipe Edge
Deze tool zal automatisch de rand van de pijp detecteren en er een snap naar maken. Gebruikers kunnen klikken tussen een buisrand en een ander punt, zoals een andere buisrand, een middellijn, een GeoTag of een ander punt in het project.
De eerste klik plaatst een punt op de rand van de pijp waar de gebruiker ook klikt. Bij de tweede klik past het gereedschap de pick aan op de rand van de pijp die zich het dichtst bij de tweede klik bevindt om de afstand tussen de rand van de pijp en het andere object te bepalen.
Snap to GeoTags
Als je met de muis over een GeoTag beweegt terwijl je de meetinstrumenten gebruikt, wordt de exacte locatie weergegeven. GeoTags worden weergegeven met een halo-effect wanneer ze kunnen worden geselecteerd. Door op de GoeTag te klikken terwijl je er met de muis overheen beweegt, wordt het meetpunt naar de locatie van de GeoTag verplaatst.
Deze functie wordt automatisch ingeschakeld wanneer je meetgereedschappen gebruikt. Om een punt achter een GeoTag te selecteren, schakel je GeoTags uit in het zichtbaarheidspaneel.
Diameter van de buis meten
Gebruikers kunnen nu de diameter van een pijp meten via een meethulpmiddel met één klik. Het gereedschap bevindt zich in het meetmenu. Zodra het gereedschap is geselecteerd, klikt u op een leiding in de puntenwolk.
De tool geeft een diameter in de meeteenheid die is gedefinieerd in de TruView-instellingen. Als het gereedschap een leiding niet kan detecteren, geeft het een foutmelding.
3. Kleur GeoTags per categorie
GeoTags kunnen worden weergegeven per categorie door de knop Kleur GeoTag per categorie te selecteren.
Het dialoogvenster Kleur Geotag op Kleur bevat twee opties voor het renderen van GeoTags. Standaard is de optie Kleur per categorie uitgeschakeld. Dit schakelt de categorietabelcontrole uit.
De Geotag Kleur controle onderaan het dialoogvenster zal actief zijn. Deze kan worden gebruikt om alle GeoTags in dezelfde kleur weer te geven. Klik op de kleurenregelaar om de kleurenkiezer te openen en een kleur te kiezen.
Door te klikken op de Kleur per categorie optie activeer je de categorietabel. Hierdoor wordt elke GeoTag-categorie weergegeven in een lijst met een kleurkiezer voor elke categorie. GeoTag-categorieën kunnen worden toegevoegd aan individuele GeoTags door de GeoTag-eigenschappen voor elke GeoTag te openen in het GeoTag-paneel en een waarde toe te voegen aan het veld Categorie.
Let op!
GeoTags waaraan geen categorie is gekoppeld, worden in het dialoogvenster GeoTag-symboliek gelabeld als <Geen categorie> en nemen de algemene GeoTag-kleur van het programma aan.
4. Touch-vriendelijke tools voor het maken van clipboxen
De tools voor het maken van Clip Box zijn verbeterd om gebruikers van apparaten met een aanraakscherm te ondersteunen. Ze kunnen worden opgeroepen vanuit het gereedschappenmenu, net als in eerdere versies. Naast de nieuwe aanraakvriendelijke bedieningselementen kunnen gebruikers ook klikken en slepen met de voorkant van de box, zoals in de vorige versie van het product.
Zodra een clipbox is gemaakt, worden er verschillende besturingselementen geopend rond de omtrek van het scherm die kunnen worden gebruikt om de clipbox te manipuleren met een muis of op een aanraakscherm.
Primaire toolbar
- Clip Box accepteren – Als u klaar bent met het bewerken van de Clip Box, klikt u op de knop Clip Box accepteren in de zwevende werkbalk om deze toe te voegen aan de lijst met opgeslagen Clips
- Pas de X-as aan – Stel de actieve bewerkingsas in op de X-as
- Pas de Y-as aan – Stel de actieve bewerkingsas in op de Y-as
- Pas de Z-as aan – Stel de actieve bewerkingsas in op de Z-as
- Clear Clip Box – Verwijder de Clip Box die wordt bewerkt en sluit de bewerkingssessie.
Afstelling Clip Box
De aanpassingsregelaar voor de Clip Box aan de rechterkant van het kijkvenster kan worden gebruikt om de breedte en locatie van de Clip Box langs de geselecteerde as aan te passen. De knoppen aan de boven- en onderkant van de schuifregelaar kunnen worden gebruikt om de randen van de Clip Box aan te passen. De knop in het midden van de schuifregelaar kan worden gebruikt om de locatie van de Clip Box aan te passen. Optioneel kun je handmatig waarden invoeren in de tekstvakken naast elk van deze regelaars. De waarden moeten in dezelfde eenheid zijn als het coördinatensysteem dat wordt gebruikt.
De Clip Boxen kunnen ook worden aangepast door te klikken en te slepen aan een vlak op de Clip Box zelf. Houd de SHIFT-toets ingedrukt om de achterkant van de Clip Box te openen.
Clip Box Rotatie
De rotatiebesturing van de Clip Box bovenaan het kijkvenster kan worden gebruikt om de Clip Box langs de geselecteerde as te roteren. Door de regelaar naar links te bewegen wordt de Clip Box tegen de klok in gedraaid. Door de regelaar naar rechts te bewegen wordt de Clip Box met de klok mee gedraaid. Optioneel kunt u handmatig een waarde voor de rotatiegraad invoeren in het tekstvak naast de rotatie besturingselementen. De waarde moet tussen 0 en 360 graden liggen.
Clip Boxen kunnen ook worden geroteerd door de ALT-toets ingedrukt te houden en dan te klikken en de hoek van de Clip Box te verslepen.
Model Smart Align
Het Smart Align-gereedschap past automatisch de uitlijning van modellen op een puntenwolk aan. Om dit te laten werken, moet je het model en de puntenwolk handmatig dicht bij elkaar brengen. Vervolgens kun je het Smart Align-gereedschap selecteren, waarna het model automatisch wordt uitgelijnd met de puntenwolk. Hierdoor kunnen gebruikers modellen zonder georeferentie snel uitlijnen op de puntenwolk zonder dat ze de objecten in een licentieproject hoeven op te nemen, wat de gebruiker tijd bespaart en de nauwkeurigheid verbetert ten opzichte van louter handmatig uitlijnen.
Gebruik van het Smart Align-gereedschap:
- Open het project dat de puntenwolk bevat die je wilt uitlijnen op het model.
- Selecteer het juiste UCS, indien van toepassing.
- Voeg een model toe aan het project.
- Breng het model in de nabijheid van de puntenwolk met behulp van de handmatige uitlijngereedschappen. Ze moeten elkaar goed overlappen zonder perfect uitgelijnd te zijn.
5. Selecteer het gereedschap Smart Align.
6. Zodra de tool klaar is, wordt er een dialoogvenster geopend met de transformatie-informatie.
De complexiteit van het model kan invloed hebben op het automatisch uitlijnen van het model op de puntenwolk.
5. Oppervlakteverlichting met schaduw
In deze release wordt een nieuwe rendermodus Shaded Surface Lighting geïntroduceerd die de visualisatie van puntenwolken verbetert. Deze functie maakt het mogelijk om puntenwolken om te zetten in gearceerde oppervlakken die dynamisch reageren op de belichting en het cameraperspectief, wat een meeslepende ervaring oplevert. Terwijl het cameraperspectief in de scène verandert, reageert de puntenwolk dynamisch op de lichtomstandigheden, wat resulteert in een realistische en boeiende visualisatie.
De rendermodus Shaded Surface Lighting simuleert het gedrag van licht dat weerkaatst op de gearceerde oppervlakken. Als u een oppervlak direct bekijkt, wordt het op zijn helderst weergegeven, wat erg lijkt op het gedrag in de echte wereld. Als het perspectief verschuift en het oppervlak onder een hoek wordt bekeken, wordt het geleidelijk donkerder, wat het realisme van visualisaties verbetert.
De verlichtingsmodus voor gearceerde oppervlakken kan worden geopend en in- of uitgeschakeld met het pictogram “Gearceerd” in de werkbalk en is beschikbaar voor alle kleurmodi voor puntenwolken, inclusief Kleur van scanner, Tint/intensiteit, Intensiteit grijswaarden, Kleur door classificatie en Kleur door instelling.
6. Verificatierapporten
Gebruikers hebben nu toegang tot verificatierapporten die zijn gemaakt in Cyclone REGISTER 360 PLUS als PDF. Dit rapport komt overeen met het digitale handtekeningproces voor de RTC360 en Cyclone REGISTER 360 PLUS en bevat een geschiedenis van bewerkingen die in het project zijn aangebracht.
Het rapport is toegankelijk via het project infopaneel door te klikken op het PDF-pictogram naast Verificatierapport. Als het niet was opgenomen toen het project werd gepubliceerd, is de knop uitgeschakeld.
Raadpleeg het gedeelte over Gegevensbeveiliging in de Cyclone REGISTER 360 Help voor meer informatie.
7. Ondersteuning voor 4k-weergave
Alle dialoogvensters en panelen zijn aangepast om 4k-schermen te ondersteunen. In eerdere versies van het product waren er verschillende dialoogvensters en werkbalken die niet goed werden weergegeven of niet leesbaar waren wanneer monitoren werden ingesteld op een 4k-resolutie.
8. Pano navigatiemodus
Deze instelling kan worden gebruikt om te schakelen tussen navigatiemodi tijdens het verkennen van pano-afbeeldingen.
Swipe: Een muisvriendelijke navigatie-ervaring. Door de muis naar rechts of links te bewegen, wordt de pan respectievelijk in dezelfde richting bewogen.
Drag: Een aanraakschermvriendelijke navigatie-ervaring. Beweeg uw vinger naar rechts om naar links te pannen. Als u uw vinger naar links beweegt, bladert u naar rechts.
Dit is toegevoegd aan zowel TruView als TruView LIVE.
9. Onbeperkt gebruik van modellen en TruView VR met LGSx
Bij gebruik van LGSx-bestanden kunnen gebruikers modellen toevoegen en projecten bekijken in TruView VR zonder een Cyclone WORKFLOW-licentie. Dit geldt alleen voor LGSx-bestanden. De licentiecontrole blijft plaatsvinden voor LGS-bestanden.
10. Bug Fixes
- Bug verholpen die een fout veroorzaakte bij het opnemen van video. Na het opnemen van een video met de ingebouwde TruView-video-opnametool. Sommige gebruikers kregen de volgende foutmelding: “Fout bij het opnemen van video. Beeldbuffer is gevuld”. Dit is verholpen.
- Fout bij het opmeten verholpen waarbij de meting niet naar het dichtstbijzijnde punt werd geklikt, waardoor de meting er iets naast zat.
- Fout verholpen waardoor het openen van grote LGS-bestanden langer duurde dan verwacht.
- Fout verholpen die een vertraging veroorzaakte bij het navigeren naar panos met sommige Mobile Mapping datasets.
